Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12
Er zijn 22 woorden bevattend met ZWAAITaanzwaait afzwaait nazwaait omzwaait openzwaait terugzwaait toezwaait uitzwaait vendelzwaait zwaait zwaait␣aan zwaait␣af zwaai␣terug zwaaitje zwaaitjes zwaait␣na zwaai␣toe zwaait␣om zwaait␣open zwaait␣terug zwaait␣toe zwaait␣uit 54 definities gevonden- aanzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien.
- afzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien.
- nazwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazwaaien.
- omzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwaaien.
- openzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openzwaaien.
- terugzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzwaaien.
- toezwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien.
- uitzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien.
- vendelzwaait — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vendelzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vendelzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vendelzwaaien.
- zwaait — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwaaien.
- zwaait␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzwaaien.
- zwaait␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzwaaien.
- zwaai␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzwaaien. — w. Gebiedende wijs van terugzwaaien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzwaaien.
- zwaaitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwaai.
- zwaaitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwaai.
- zwaait␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nazwaaien.
- zwaai␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien. — w. Gebiedende wijs van toezwaaien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien.
- zwaait␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omzwaaien.
- zwaait␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van openzwaaien.
- zwaait␣terug — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugzwaaien.
- zwaait␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toezwaaien.
- zwaait␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzwaaien.
|