Het woord staat in de Wiktionary4 korte fragmenten uit het WikiWoordenboek (Dit is een meertalig en vrij woordenboek waaraan iedereen kan meehelpen.)— Nederlands woord —- pastors n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastor.
— in het Duits —- Pastors V. Genitiv Singular des Substantivs Pastor.
- pastors n. Plural of pastor.
- pastors v. Third-person singular simple present indicative form of pastor.
7 Nederlandse woorden uit de Nederlandse definitiehet Meervoud naamwoord pastor van zelfstandig zelfstandig␣naamwoord 4 Nederlandse woorden uit 3 buitenlandse definitiesdes form pastor present 12 vreemde woorden uit 3 buitenlandse definitiesGenitiv indicative person Plural present␣indicative simple simple␣present singular Substantivs Third Third␣person Third-person␣singular Een voorvoegsel (Nieuw woord gevormd door het toevoegen van een of meer letters voor het woord.)studentenpastors 7 subwoorden (Woorden gevonden zoals ze binnen het woord zijn. Minimummaat van 3 letters.)ast pas pa's past pastor tor tors 6 subwoorden RnL (Woorden geschreven van rechts naar links, gevonden zoals ze zijn in het woord. Minimummaat van 3 letters.)Ots rot rot- rots Rots sap 6 anagrammen gevonden met een extra letter (Nieuwe woorden gevormd met de hele letter van het woord en een extra letter.)pastoors pastores soapster sporttas stormpas stropdas Een anagram gevonden minus een letter (Nieuw woord gevormd met de hele letter van het woord minus een letter.)pastor Een neef (Nieuw woord gevonden door slechts één letter te wijzigen.)Castors Een lipogram (Nieuw woord gevormd door het verwijderen van een letter van het woord.)pastor 2 epenthesis (Nieuwe woorden gevormd door het invoegen van een letter in het woord.)pastoors pastores
Zie dit woord in een andere taalEnglish Français Español Italiano Deutsch Português
|