Het woord staat in de Wiktionary4 korte fragmenten uit het WikiWoordenboek (Dit is een meertalig en vrij woordenboek waaraan iedereen kan meehelpen.)— Nederlandse woorden —- weekt␣uit w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken.
- weekt␣uit w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken.
- weekt␣uit w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitweken.
— Nederlands woord, definieer in het Engels —- weekt␣uit v. Second-person (gij) singular past indicative of uitwijken.
15 Nederlandse woorden uit 3 Nederlandse definitiesDerde Derde␣persoon enkelvoud gebiedende gebiedende␣wijs meervoud persoon tegenwoordige␣tijd tijd Tweede Tweede␣persoon uitweken van Verouderd wijs 3 Nederlandse woorden uit de buitenlandse definitiegij past uitwijken 5 vreemde woorden uit de buitenlandse definitieindicative person Second Second␣person singular 7 subwoorden (Woorden gevonden zoals ze binnen het woord zijn. Minimummaat van 3 letters.)eek tui tuit uit wee week weekt Een anagram (Nieuw woord gevonden door de volgorde van de letter te wijzigen.)uitweekt 4 anagrammen gevonden met een extra letter (Nieuwe woorden gevormd met de hele letter van het woord en een extra letter.)uitweekte uitwerkte weekte␣uit werkte␣uit 3 anagrammen gevonden minus een letter (Nieuwe woorden gevormd met de hele letter van het woord minus een letter.)uitweek week␣uit witteke 2 neven (Nieuwe woorden gevonden door slechts één letter te wijzigen.)weegt␣uit werkt␣uit Een lipogram (Nieuw woord gevormd door het verwijderen van een letter van het woord.)week␣uit Een epenthese (Nieuw woord gevormd door een letter in het woord in te voegen.)weekte␣uit
Zie dit woord in een andere taalEnglish Français Español Italiano Deutsch Português
|