Het woord staat in de Wiktionary5 korte fragmenten uit het WikiWoordenboek (Dit is een meertalig en vrij woordenboek waaraan iedereen kan meehelpen.)— Nederlandse woorden —- week␣uit w. Enkelvoud verleden tijd van uitwijken.
- week␣uit w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken.
- week␣uit w. Gebiedende wijs van uitweken.
- week␣uit w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken.
— Nederlands woord, definieer in het Engels —- week␣uit v. Singular past indicative of uitwijken.
18 Nederlandse woorden uit 4 Nederlandse definitiesBij Eerste Eerste␣persoon enkelvoud Gebiedende Gebiedende␣wijs inversie persoon tegenwoordige␣tijd tijd tweede tweede␣persoon uitweken uitwijken van verleden verleden␣tijd wijs 2 Nederlandse woorden uit de buitenlandse definitiepast uitwijken 2 vreemde woorden uit de buitenlandse definitieindicative Singular Een achtervoegsel (Nieuw woord gevormd door het toevoegen van een of meer letters aan het einde van het woord.)week␣uiteen 5 subwoorden (Woorden gevonden zoals ze binnen het woord zijn. Minimummaat van 3 letters.)eek kuit uit wee week Een anagram (Nieuw woord gevonden door de volgorde van de letter te wijzigen.)uitweek 6 anagrammen gevonden met een extra letter (Nieuwe woorden gevormd met de hele letter van het woord en een extra letter.)kieuwtje tweeluik uitweekt uitweken weekt␣uit weken␣uit Een anagram gevonden minus een letter (Nieuw woord gevormd met de hele letter van het woord minus een letter.)wiekte 4 neven (Nieuwe woorden gevonden door slechts één letter te wijzigen.)keek␣uit weeg␣uit wees␣uit werk␣uit Een epenthese (Nieuw woord gevormd door een letter in het woord in te voegen.)weekt␣uit
Zie dit woord in een andere taalEnglish Français Español Italiano Deutsch Português
|